Bestuursakkoord: Dilbeek, een warme Thuis in goede handen
De afgelopen bestuursperiode kende Dilbeek een stabiel bestuur met een éénduidige visie. N-VA LvBurgemeester en Blauw Dilbeek wensen het ingeslagen pad verder te bewandelen. Een investeringsploeg met oog voor de belangen van burgers, verenigingen, bedrijvigheid.
De kiezer heeft ons een nipte meerderheid gegeven. Wij hebben duidelijk een aantal signalen opgepikt die we met het vernieuwde bestuur wensen aan te pakken:
• Afgelopen periode zetten we sterk in op een vernieuwd participatiebeleid. Deze nieuwe vorm van participatie – die elke burger wil
betrekken – moet duidelijk nog zijn verdieping en uitwerking kennen. Te weinig mensen zijn ervan op de hoogte.
• De gemeente heeft alle belang bij het tijdig oppikken van noden en wensen van de bevolking. Uit de deelgemeenten klinkt de roep naar
vertegenwoordiging via dorpsraden of wijkraden. Dat moeten en zullen we aanmoedigen.
• Het nieuwe subsidiebeleid gaat uit van een grote basissubsidie en een pot voor projectsubsidies via dewelke alle goede ideeën en
gemeenschapsvormende initiatieven ondersteund kunnen worden. Er blijkt ongerustheid rond dit nieuw systeem te bestaan alsook de
vrees dat er te weinig middelen zouden zijn. Hier is de nodige geruststelling voor nodig.
• Het memorandum van de jeugd bracht een aantal bezorgdheden naar voor m.b.t. welzijn, speelplekken/speelpleinen, jeugdlokalen,…
Het nieuw bestuur zal hier de nodige aandacht voor hebben.
• Verschillende andere verenigingen, doelgroepen en organisaties (senioren, Unizo, BOKA, Gecoro, Volleybal Schepdaal, Dorpsraad
Bodegem) hebben een wensenbundel geschreven. Deze signalen zullen evenmin verloren gaan.
• Heel wat mensen maken zich zorgen over de verstedelijking van onze gemeente en alle randfenomenen die hiermee gepaard gaan. De
lage opkomst bij de verkiezingen toont ook aan dat, net als in steden, een hele groep mensen niet betrokken is bij de gemeente of het
gemeenschapsleven. Nederlands vormt hier de verbindende factor. Een “actieplan Nederlands” moet ervoor zorgen dat er
voldoende oefenkansen zijn voor anderstaligen, dat de scholen voldoende ondersteuning krijgen en dat Nederlandstalige bewoners,
handels- en horecazaken en personeelsleden van de gemeente duidelijk maken dat Nederlands de verbindende taal is. Het niet bieden
van oefen- of leermogelijkheden zal de kloof tussen bevolkingsgroepen enkel vergroten. Het bestuur moet voluit inzetten op deze
uitdaging.
• Een toenemend probleem is het zwerfvuil en het sluikstorten in onze gemeente. Ook dit fenomeen was een verkiezingsthema en leeft bij
veel mensen. Het nieuw bestuur wil een actieplan met de nodige logistieke en financiële ondersteuning.
• Ook het groenonderhoud loopt niet altijd hoe het moet. Een organisatorische doorlichting dringt zich op om het groenonderhoud te
optimaliseren. Het ingroenen van openbaar domein moet meer pragmatisch bekeken worden én er moet oog zijn voor de bijkomende
werkdruk die dit met zich meebrengt.
• De regelgeving met betrekking tot verharding van voortuinen blijkt te eng te zijn en is bovendien niet rechtvaardig. Maatwerk moet
mogelijk zijn, rekening houdende met parkeerdruk, de aard van de activiteit, de grootte of breedte van percelen enz. De verordening zal
op dat vlak alvast aangepast worden.
• Verkeersveiligheid blijft een aandachtspunt. Vele stappen werden al gezet maar sommige maatregelen leiden ook tot onbegrip. Het
bestuur is voor logische snelheidsregimes. Overal zones 30 invoeren leidt tot onbegrip en komt vaak over als pesten. We voorzien een
evaluatie van de snelheidsregimes.
• Wonen of het kunnen blijven wonen in eigen streek blijft een terechte bezorgdheid die het nieuwe bestuur deelt. We willen in eerste
instantie maatregelen nemen om de verdere verdrukking tegen te gaan. Een voorrangsbeleid bij grotere ontwikkelingen (cfr.
Binnengebied Itterbeek) willen we verder vormgeven.
• De communicatie vanuit de gemeentelijke diensten moet verder verbeterd worden. Vaak is er geen rechtstreeks aanspreekpunt of
worden burgers niet geïnformeerd over de vraag die ze gesteld hebben of de melding die ze gemaakt hebben. Een transparant
opvolgsysteem is noodzakelijk voor een betere dienstverlening.
• Jubilea moeten weer familiale vieringen worden
N-VA LvBurgemeester en Blauw Dilbeek schreven op basis van bovenstaande signalen en andere noden 11 krachtlijnen uit. Op basis van deze evenwaardige krachtlijnen zal een nieuw meerjarenplan opgesteld worden voor de periode 2026-2031.
Krachtlijn 1: een gezonde financiële basis om te investeren
Dilbeek kent een gezonde financiële startbasis. De schuld per inwoner daalde zeer sterk tov het Vlaams gemiddelde. Dit geeft marge om verder te investeren in onze gemeente, haar burgers, haar patrimonium, haar wegennet.
• We behouden het huidig investeringsniveau. Belastingen worden tot het noodzakelijk niveau beperkt. Bij de opmaak van de
meerjarenplanning zal duidelijk worden hoe we inkomsten en uitgaven in balans houden.
• In deze meerjarenplanning maken we werk van realistische, betaalbare én uitvoerbare plannen. Geen prestigeprojecten met te dure architecturale ontwerpen maar focus op het funtionele en het resultaat. Een gebouw hoeft geen kunstwerk te zijn.
• Net zoals voorgaande jaren mikken we op een evenwichtige spreiding van nvesteringen in gebouwen en publieke ruimte.
• De gemeente richt zich verder op haar kerntaken. Een doorlichting van de dienstverlening kan leiden tot het versterken of afbouwen van
bepaalde taken. Het budgettair kader noopt, in combinatie met de bestuursvisie, medewerkers tot meer nadenken binnen de visie.
• Gezien de uitgaven automatisch geïndexeerd worden, zullen ook de retributies of andere vergoedingen voor prestaties automatisch
geïndexeerd worden. Zo blijven inkomsten en uitgaven in balans en moeten extra uitgaven niet met algemene middelen toegedekt
worden.
• Patrimonium zal enkel verkocht worden indien de gemeente er geen invulling voor heeft of indien de bestaande invulling beter op een
andere plaats kan gerealiseerd worden. Inkomsten uit verkopen worden gebruikt voor andere noodzakelijke investeringen in
patrimonium. Een verkoop kan ook gekoppeld worden aan lastvoorwaarden met een meerwaarde voor de gemeenschap.
• Kerkfabrieken worden aangespoord meer mee te investeren in zaken van algemeen belang, startende met het eigen patrimonium
• We onderzoeken of bepaalde taken niet beter uitgevoerd kunnen worden in autonome constructies, al dan niet intergemeentelijk.
• We stappen uit intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zonder of met beperkte meerwaarde. We richten ons tevens op geografisch
gelijkaardige en gelijkwaardige partners.
Krachtlijn 2: investeren in gebouwen en patrimonium
Dilbeek beschikt over een patrimonium met 80 locaties in eigendom. Het energiezuinig maken van onze gebouwen op basis van een planmatige aanpak voor de komende 25 jaar zien we als één van onze prioriteiten. Een aantal gebouwen bevindt zich in slechte staat en moet gerenoveerd of vervangen worden. Voor andere gebouwen die geen bestemming hebben moet een invulling bepaald worden.
Ook onze kerken behoren tot ons patrimonium. Het kerkbeleidsplan van 2018 is te beperkt in mogelijkheden om echt tot efficiënt gebruik
te komen. Er moeten stappen gezet worden om verder te gaan dan enkel valorisatie en nevenbestemming van de kerkgebouwen. Het zijn
tenslotte de wereldlijke overheden die moeten instaan voor nderhoud en restauratie.
Volgende projecten staan bovenaan de prioriteitenlijst:
• De afwerking van de 4de vleugel van de Kasteelhoeve. Hierdoor ontstaat ruimte voor bijkomende werkplekken en vergaderzalen.
• Een nieuwe polyvalente (sport)zaal in Itterbeek met plaats voor jeugdhuis Zomaar
• Nieuw recyclagepark incl. centralisatie gemeentelijke loodsen
• Nieuwe of aangepaste lokalen voor Chiro Kapelle en Scouts Alena. Van de jeugdbewegingen zelf verwachten we goed huisvaderschap.
• Renovatie van bestaande gebouwen zoals Caerenberg, woonzorgcentrum Breugheldal
• Voor het Castelhof wordt een invulling gezocht die tegemoet komt aan gemeenschapsnoden.
• Bij de sportverenigingen gaan we na welke investeringen er verder nodig zijn. Op basis van de in opmaak zijnde vastgoedstrategie zal een
meerjarentijdpad uitgetekend worden voor het bouwen en renoveren wat nodig is, en verlaten wat overbodig is. We herbekijken
mogelijke herbestemming van kerken. We streven naar een financieel haalbare balans tussen herbestemming, nevenbestemming en
alorisatie van kerken en pastorijen.
Krachtlijn 3: investeren in publieke ruimte
De vorige bestuursperiodes richtten zich, naast algemene wegenrenovatie, op de hoofdwegen en dorpskernen. In de nieuwe bestuursperiode zal de cirkel rond zijn.
• We vernieuwen de dorpskernen van Kapelle, Groot-Bijgaarden en Schepdaal.
• In Itterbeek en het laatste deel van Dilbeek gaan we van start met opmaak van plannen en tenslotte uitvoering. Ook stationsomgeving
Dilbeek zal vermoedelijk in samenspraak met Infrabel aangepakt moeten worden met als prioriteit de schoolas in de H. Placestraat.
• De laatste hoofdassen worden verder aangepakt (Stationsstraat, Brusselstraat, Bodegemstraat Begijnenborre, Molenstraat,
Schepdaalstraat). Verder blijft het wegenrenovatieplan (periodiek structureel onderhoud) in voege.
• Voetpaden in slechte staat, en die niet aangepakt worden in een groter project, worden vernieuwd.
• Veel wijken zijn intussen sterk verouderd. Plannen voor de Palokewijk zijn volop in opmaak. De Wolsemwijk gaat in uitvoering. Ook in
andere wijken zal een aanpak nodig zijn. Het komende jaar bepalen we de prioriteiten.
• Publieke ruimte is meer dan wegen en voetpaden. Er moet meer aandacht zijn voor speel- en ontmoetingsplekken. De opgemaakte visie
hieromtrent wordt gefaseerd uitgevoerd.
• Het toegankelijk maken van de publieke ruimte voor alle doelgroepen is een blijvende focus.
• Circulatieplannen opvolgen en verbeteren is mogelijk, mits het respecteren van de algemene doelstellingen.
• Onze bossen en natuurgebieden, die zich hiertoe lenen, worden meer toegankelijk gemaakt. Ook aan de toegankelijkheid van trage
wegen wordt verder gewerkt.
• Een aantal begraafplaatsen blijft moeilijk te onderhouden en is dus een bron van frustratie bij velen. Maatregelen worden genomen om
de begraafplaatsen makkelijker te kunnen onderhouden.
• Tot slot moet nog meer ingezet worden op het proactief en doelgericht onderhouden van de publieke ruimte. Een reorganisatie dringt
zich op om dit beter te kunnen aanpakken.
Krachtlijn 4: investeren in welzijn van onze mensen
Welzijn is een vlag die vele ladingen dekt. Het gaat over welzijn van jong tot oud. Van de kinderopvang, via jeugdwelzijn, welzijn bij volwassenen die het moeilijk hebben, tot onze groeiende groep ouderen.
• Met betrekking tot kinderopvang willen we de inhaalbeweging verderzetten van afgelopen jaren. We zetten verder in op het
aanmoedigen en rekruteren van nieuwe onthaalouders. We nemen de regie in handen in samenwerking met alle actoren actief binnen de
kinderopvang. We faciliteren waar mogelijk groepsopvang door het ter beschikking stellen van ruimte binnen gemeentelijke
gebouwen.
• We zetten verder in op voor- en naschoolse opvang en maken het pedagogisch verantwoord, zeker voor kinderen met taalachterstand.
• Welzijn bij jeugd is een vaak onderschat fenomeen. Deze groep heeft het vaak moeilijk in een sterk evoluerende wereld. We onderzoeken
hoe we als gemeente hier een rol in kunnen opnemen.
• We hebben vandaag te veel verschillende sociale premies en voordeelstelsels. Bijkomende steun voor medicatie, hulpmiddelen,
energiepremies, woonpremies, voorrangsregels en participatietarieven allerhande, … We willen de vele afzonderlijke gemeentelijke
premies en voordelen hervormen tot een duidelijk steunpakket per doelgroep en beperkt in tijd. We vragen actieve inspanningen van de
verkrijgers om hun financiële situatie te verbeteren.
• De bestrijding van sociale fraude is prioritair. Ondersteuning moet gaan naar de mensen die het écht nodig hebben.
• We activeren steuntrekkers en begeleiden hen op maat en volgens hun mogelijkheden. Een job is de beste garantie tegen armoede.
• We verplichten werkervaringsstages en gemeenschapsdienst binnen gemeente en partnerorganisaties voor wie nog niet terecht kan op de
reguliere arbeidsmarkt.
• We ondersteunen ouderen om zolang als mogelijk thuis te blijven wonen. We begeleiden hen in aanpassing van hun woning en het
verkrijgen van subsidies.
• We zetten in op dienstverlening aan huis en bieden advies en hulp met betrekking tot het aanvragen van documenten en het invullen van
formulieren.
• We willen een duidelijke oplossing voor WZC Breugheldal en zetten in op specifieke zorgbehoeften van vandaag. We focussen op zorg die
andere aanbieders te weinig of niet aanbieden in onze gemeente.
• We willen samen met de senioren een beleid ontwikkelen waarin zij zich thuis en gehoord voelen, een beleid dat ervoor zorgt dat de
inwoners in hun eigen omgeving oud kunnen worden.
Krachtlijn 5: investeren in verenigingen en vrije tijd
Verenigingen zijn het cement van onze gemeenschap. Ook individuele initiatieven die gemeenschapsvorming bevorderen worden verder gestimuleerd. Het bestuur wenst maximaal verenigingen in de deelgemeenten te houden. Een lokale sportclub, jeugdbeweging of andere is belangrijk voor het lokaal sociaal weefsel. Centralisatie is niet aan de orde. Ook gemeentelijke infrastructuur, gaande van speeltuintjes tot
polyvalente zalen moet aanwezig blijven in de deelgemeenten.
Ondersteuning manifesteert zich in verschillende vormen:
• Op vlak van infrastructuur zijn er noden bij een aantal jeugd- en sportverenigingen. We wensen hier maximaal aan tegemoet te komen.
Een oplijsting van de noden zal gebeuren om vervolgens een prioriteitenlijst op te stellen.
• Op vlak van subsidiëring werd een hervorming gedaan die individuen en verenigingen moet ondersteunen om gemeenschapsvormende
zaken te organiseren. Het onderscheid basissubsidie/projectsubsidie blijft behouden maar de pot kan vergroot worden naargelang de
noden.
• Op vlak van logistieke ondersteuning en het gebruik van lokalen blijven de verlaagde tarieven voor erkende verenigingen bestaan. Een
aantal bijsturingen zijn evenwel mogelijk voor specifieke omstandigheden (bvb. Toneelverenigingen). Het reglement zaalverhuur zal in
die zin bijgestuurd worden.
• De Westrand moet zijn rol van ontmoetingscentrum verder uitwerken. Een levendige plek waar brede lagen van de bevolking elkaar
ontmoeten en waar er een gevarieerd, kwalitatief cultuuraanbod is, toegankelijk voor een breed publiek. Met aandacht voor de noden en
wensen van de gebruikers en waar het Nederlandstalig karakter van Dilbeek steeds voor ogen wordt gehouden en bevorderd.
• Met betrekking tot voorstellingen en lezingen streven we ernaar om de zalen in 70% van de gevallen voor 70% te vullen, met een
programma dat zowel populaire en klassieke voorstellingen als vernieuwende initiatieven biedt, om zo een breder publiek te bereiken.
• Gebouwen moeten meer multifuntioneel gebruikt kunnen worden om meer ruimte te creëren voor verenigingen (gemeentelijke
gebouwen zoals Westrand, muziek- en kunstacademie, gemeentelijke vergaderlokalen,..)
• We willen ons lokale erfgoed meer in de kijker zetten. Door het benadrukken van unieke kenmerken en de lokale attracties van de
gemeente, zoals historische bezienswaardigheden, culturele evenementen, festivals en culinaire hoogtepunten wordt zowel het zakelijk-
als het verblijfstoerisme bevorderd.
Krachtlijn 6: investeren in veiligheid
Uit de grote burgerbevraging blijkt dat veiligheid nog steeds de grootste zorg is van onze inwoners. Die behoefte aan veiligheid overstijgt de klassieke criminaliteit; het omvat ook verkeersveiligheid maar ook de nood aan een veilige woon- en werkomgeving. Er werd de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in een uitbreiding van het politiekorps. Intussen lopen de gesprekken voor een grote politiefusie die op termijn voor meer efficiëntie en het volwaardig invullen van verschillende opdrachten moet leiden. In de loop van 2025 komt er duidelijkheid over of, hoe en onder welke vorm de fusie zal plaatsvinden.
Het Buurtinformatienetwerk (BIN) is gebiedsdekkend ontplooid. De werking ervan moet verder ondersteund en uitgebouwd worden. Dit bevordert de actieve deelname van burgers aan veiligheidskwesties.
Ook de dienst gemeenschapswachten werd uitgebreid maar nog niet in voldoende mate. Gemeenschapswachten zorgen, samen met wijkagenten, mee voor veiligheid in de wijken, in schoolomgevingen, de deelgemeenten. Ook het opsporen van sluikstorters is en blijft een belangrijke taak.
In concrete acties vertaalt bovenstaande zich in:
• Het op peil houden van het politiekorps. In het kader van de mogelijke politiefusie waken we over voldoende capaciteit in onze
gemeente. Verschillende nacht- en weekendploegen moeten 24u/24 waken over de veiligheid
• Een forse uitbreiding van de dienst gemeenschapswachten dringt zich op. Een volwaardig team moet minstens 6 operationele leden
bevatten.
• Wijkagenten moeten meer nabij zijn. Een permanentie op bepaalde dagen in de deelgemeenten is het streefdoel. Zo moet de zichtbaarheid verhogen van politie en handhavingsdiensten in de wijken en deelgemeenten, zeker in probleemzones. Taken die niet absoluut tot de wijkdienst behoren, worden door andere diensten opgenomen.
• We sensibiliseren maar verbaliseren ook (lik-op-stuk beleid).
• We versterken buurtinitiatieven en gemeenschapsbetrokkenheid. Dit bevordert de actieve deelname van burgers aan veiligheidskwesties
via buurtinitiatieven, buurtbijeenkomsten en Buurtinformatienetwerken (BIN).
• Gerichte maatregelen voor verminderen van geluidsoverlast, vandalisme en hinderlijk gedrag op straat.
• Een gespecialiseerd team voor het aanpakken van illegale economische activiteiten, fraudefenomenen en georganiseerde criminaliteit.
• Schoolomgevingen moeten verder infrastructureel veiliger gemaakt worden, maar ook door meer permanente zichtbare aanwezigheid
van agenten of gemeenschapswachten.
• De grote verkeersassen worden verder aangepakt met oog voor actieve weggebruikers.
Krachtlijn 7: investeren in personeel en organisatie
Dé uitdaging blijft het invullen van de personeelskaders in alle lagen van het gemeentelijk bestuur (politie, gemeente, OCMW, onderwijs). De schaarste op de arbeidsmarkt zorgt voor vaak onvoldoende personeelsbezetting. De gemeente moet daarom voldoende inspanningen leveren om competent en gekwalificeerd personeel aan te werven. Maar ook onze aan de slag zijnde personeelsleden moeten graag in
Groep Dilbeek blijven werken.
• Een modern HR-beleid (evaluatiesysteem, efficiëntie, productiviteitoptimalisatie) moet hiertoe bijdragen en we stellen hiervoor een
overkoepelende HR-manager aan.
• Verder moeten personeelsleden voldoende doorgroeimogelijkheden hebben binnen Groep Dilbeek. Niet zelden verliezen we waardevolle
personeelsleden omdat ze elders meer mogelijkheden krijgen. De bestaande structuur, functiefamilies en loonschalen moeten daarvoor
kritisch bekeken worden.
• We ontwikkelen een loonhuis waar keuzemogelijkheden inzake alternatieve verloning mogelijk wordt.
• We bouwen aan een systeem om de persoonlijke ontwikkeling van personeelsleden optimaal te laten renderen in de organisatie.
Krachtlijn 8: investeren in Nederlands als verbindende taal
Dat de samenstelling van onze bevolking sterk aan het veranderen is, hoeft geen betoog. Vaak gaat de inwijking van mensen met een andere culturele achtergrond gepaard met spanningen. Andere gebruiken en andere talen veroorzaken frustraties. Deze mogen niet uitmonden in een gespleten samenleving.
Wij willen met het nieuwe bestuur voldoende handvatten aanreiken om nieuwkomers op te nemen in onze Dilbeekse gemeenschap. We bekijken dit als tweerichtingsverkeer. Integratie-initiatieven en taallessen voor de aanpassing aan onze gebruiken en gewoontes. Het kan niet zijn dat een gastheer zich moet aanpassen aan de gast.
Rechten en plichten.
De gemeente neemt een voortrekkersrol maar dit kan niet zonder de hulp van alle inwoners, bedrijven, handels- en horecazaken enz. We moeten fier zijn op onze eigenheid en deze ook uitdragen. Geen cancel-cultuur maar trotszijn-cultuur. In dit alles vormt het Nederlands de verbindende factor. Zeker gelet op de grote diversiteit bij nieuwkomers. De Nederlandse taal verbindt ons allemaal. Daarom zetten we actief in op:
- Het “Actieplan Nederlands”: een verzameling van initiatieven om het Nederlands de prominente verbindende taal te maken
voor iedereen. Dat begint bij het personeel van Groep Dilbeek (incl. politiediensten) maar gaat verder in het ondersteunen van voldoende taallessen en oefenmogelijkheden, sensibiliseringsacties en initiatieven die duidelijk maken dat men in Vlaanderen
is, waar de voertaal Nederlands is. - Integratie en taal moet een rode draad vormen door het gemeentelijk beleid. We onderzoeken of er een ondersteunende dienst ‘Nederlands’ kan opgericht worden.
- Behoud en versterking Nederlandstalig straatbeeld.
- Om de verfransing van handelszaken te voorkomen is in het politiereglement een verplichting opgenomen voor startende
ondernemers, inclusief diegenen die een bestaande zaak overnemen, om zich te registreren bij de gemeente. We verscherpen de
controle hierop. Op deze manier kunnen nieuwe ondernemers geïnformeerd worden over het Nederlandstalige karakter van onze
gemeente en de specifieke voorwaarden die van toepassing zijn. - De taalvoorwaarde voor het verkrijgen van sociale woningen wordt strikt gehandhaafd.
- Initiatieven bij grote woonprojecten die verdrukking van de lokale bevolking tegengaan. Vaak krijgen lokale bewoners zelfs de kans niet om een woning te kopen.
- Behoud hoofddoekenverbod voor functies met publieke dienstverlening.
- Geen cancelcultuur met betrekking tot zaken zoals Sinterklaas, Kerstmis (en kerstmarkten) enz.
- Positieve campagnes om Nederlands te gebruiken in de omgang.
- Voldoende investeren in onderwijs (krachtlijn 9), inclusief taallessen voor volwassenen.
Krachtlijn 9: investeren in onderwijs
Onderwijs is de belangrijkste hefboom om talent te ontwikkelen en om er als samenleving collectief op vooruit te gaan en de welvaart in Vlaanderen (en Dilbeek) te garanderen. Taalkennis Nederlands is de absolute topprioriteit voor iedereen. Taal is de sleutel voor sterke onderwijsprestaties en voor een volwaardige integratie.
De gemeente heeft een belangrijke regisseursrol inzake onderwijs en vorming. Daarnaast zijn we zelf belangrijke aanbieders van onderwijs. Die rol moeten we in de toekomst blijven opnemen en indien nuttig, uitbreiden. Het landschap van het Dilbeeks basisonderwijs is vaak complex met een doorgaans achterhaalde opsplitsing tussen vrij onderwijs en gemeentelijk onderwijs. Waar organisatorische problemen en capaciteitsproblemen kunnen leiden tot negatieve effecten op gezinnen, zijn we voorstander om meer scholen in gemeentelijke handen te nemen. Een gemeente kan veel korter op de bal spelen inzake noden en behoeften en in geval van capaciteitsproblemen.
We zetten volop in op de ‘multi-inzetbare school’ en geven dit concept een ruime(re) invulling. Het optimaal benutten van de schoolinfrastructuur is hierbij het vertrekpunt.
• Vanuit de gemeentelijke regierol wordt het Taalbeleidsplan Onderwijs uitgerold, in eerste instantie voor alle gemeentelijke
scholen en waar mogelijk met scholen van andere netten op Dilbeeks grondgebied.
• Ook de ouders van anderstalige kinderen worden hierin betrokken: de engagementsverklaring waarbij zij het Nederlands als
omgevingstaal erkennen en zicht ertoe verbinden dit te respecteren, wordt versterkt. Verder willen we de betrokkenheid van ouders bij
de opvoeding en het onderwijs van hun kinderen verhogen.
• Nederlands is de voertaal, ook voor de schoolpoort en tijdens oudercontacten. Hier moet een actief beleid door de scholen gevoerd
worden.
• Groep Dilbeek werkt – net zoals vandaag – actief mee aan het indijken van het capaciteitsprobleem en het opzetten, ondersteunen van
kwaliteitsvolle onderwijsinfrastructuur.
• Wat betreft de fysieke bereikbaarheid van de scholen willen we verder inzetten op veilige schoolomgevingen en goede bereikbaarheid via
veilige fietspaden en voldoende brede stoepen.
• In navolging van het Vlaams Regeerakkoord dat in het gemeenschapsonderwijs de mogelijkheid geeft om alle godsdienstvakken te
vervangen door een vak interlevensbeschouwelijke dialoog, onderzoeken we of dit ook in het gemeentelijk onderwijs kan ingevoerd
worden.
Krachtlijn 10: investeren in werk en bedrijvigheid
Dilbeek is een ondernemingsvriendelijke gemeente, we blijven investeren in een goede samenwerking met de lokale handelsvereniging en de ondernemers. Binnen de afgebakende handelskernen worden handel en andere ondersteunende functies maximaal gestimuleerd, waardoor de centra uitzonderingen op ruimtelijke ingrepen kunnen verkrijgen om de ontwikkeling van handelspanden te verbeteren.
In 2023 werd de behoefteanalyse voor ondernemingen afgerond. Het rapport benadrukt dat de beschikbare ruimte voor handel en industrie beperkt is en dat er extra ruimte gecreëerd moet worden om aan de vraag te voldoen.
Onze landbouwers verdienen voldoende ondersteuning. Daarom streven we naar de organisatie en modernisering van zowel de wekelijkse woensdagmarkt als de boerenmarkten. We beschermen landbouwgronden tegen teveel bebossing.
Enkele acties krijgen verder vorm:
• Extra ruimte creëren voor bedrijvigheid oa aan de N8 en in de bestaande industriezones rond het klaverblad de R0.
• Het afbakenen van de handelskernen uitbreiden naar Schepdaal, Groot-Bijgaarden en Itterbeek.
• Gerichte acties organiseren om de horecasector te versterken.
• Vereenvoudigen van procedures en digitaliseren van aanvragen via een e-loket voor ondernemers.
• Boerenmarkten verder faciliteren en een extra boerenmarkt opstarten in Groot-Bijgaarden.
Krachtlijn 11: investeren in het typische Dilbeek, als component van de groene, Vlaamse Rand
We hebben geen ambitie om sterk te groeien. We willen ook niet de overloop worden van Brusselse problemen. Dilbeek moet en zal een gemeente blijven die bekend staat om zijn groen en Vlaams karakter, waar men kwaliteitsvol kan wonen. Dilbeek zal verder een beleid voeren dat kwalitatieve woningen vooropstelt en de resterende open en groene ruimte maximaal beschermt.
Bijkomende woongelegenheid kan, maar kan enkel in bestaand woongebied. In kernen en aan vervoersknooppunten.
• We behouden onze open ruimte en zetten verder in op meer groen door bijkomende bossen aan te planten.
• We zetten in op kernversterking mét behoud van het dorpse karakter. De toolbox Dorpse Architectuur wordt actief gebruikt om zielloze
ontwikkelingen te vermijden. We gaan zorgzaam om met de schaarse ruimte.
• We houden onze dorpen leefbaar. De authenticiteit van onze dorpskernen moet behouden blijven. Het masterplan van Groot-Bijgaarden
is een goede leidraad om ook in andere kernen toe te passen.
• We willen een eerlijk woonbeleid. Sociale huurwoningen enkel voor mensen die inspanningen leveren. We faciliteren een beleid
waardoor ook lokale, jonge mensen makkelijker toegang krijgen tot de woningmarkt.
• We nemen verder acties om de leegstand en verwaarlozing van woningen en bedrijfsgebouwen te voorkomen.
• We evalueren de verordening woonkwaliteit om te kijken of we het vooropgestelde doel van meer kwaliteit bereiken. Te stringente regels
inzake verharding of ontharding worden opnieuw bekeken.
• De verdere invulling van sociaal woonbeleid moet uitgaan van maximale spreiding, geen concentratie. Eerst renoveren wat op is, dan pas
nieuwbouw. Alle gemeenten van de woonmaatschappij moeten hun deel doen.